Nobel prijs 2018 in de literatuur voor Olga Tokarczuk en 2019 voor Peter Handke. Gefeliciteerd !!
Tokarczuk maakte haar romandebuut in 1993 en is uitgegroeid tot een van de bekendste hedendaagse Poolse schrijvers. Ze werd geprezen om haar ‘narratieve verbeeldingskracht, die ze, te samen met een encyclopedische passie, gebruikt om het oversteken van grenzen als levensvorm weer te geven.’ “Ze kijkt naar het leven op aarde van ver van boven en concentreert zich op migratie en culturele transitie,” aldus de Academie.
Van haar twaalf verschenen romans zijn er vier in het Nederlands vertaald bij uitgeverij De geus: Oer en andere tijden (1998), Huis voor de dag, huis voor de nacht’(2000), De laatste verhalen (2008), De rustelozen (2011) – in 2018 werd de Engelse vertaling Flights bekroond met de International Man Booker Prize en De Jacobsboeken (2019).
De keuze voor Handke werd kritischer ontvangen omdat de Zweedse Academie eerder had aangekondigd te zullen breken met het ‘op mannen-georiënteerde’ en ‘Eurocentrische’ verleden van de literatuurprijs. Ook is hij omstreden omdat hij sprak op de begrafenis van de wegens oorlogsmisdaden aangeklaagde Servische oud-president Slobodan Milosevic. Maar volgens Olssen is de Nobelprijs’ is een literatuurprijs, geen politieke prijs.’
Handke staat volgens de Academie al sinds zijn debuut in 1966 met de novelle Die Hornisse ‘in het hart van het literaire debat.’ Hij werd geprezen om zijn invloedrijke werk dat ‘met taalkundige vindingrijkheid de randen en eigenzinnigheden van de menselijke ervaring verkent’ en zijn enorme productie die de meest uiteenlopende genres omvat, van korte verhalen en gedichten tot essays en toneelstukken. Zijn werk is in Nederland uitgegeven door de Arbeiderspers.