Zijn werk kon voor het eerst publiekelijk bewonderd worden op de Biënnale voor de Grafische Kunsten in Brno Morawski in het toenmalige Tsjechoslowakije. Zijn olieverfschilderijen werden echter al in 1969 ten toon gesteld in de Salon van het Genootschap van Kunstliefhebbers in Warschau. Volgens Sikora was de keuze voor de schilderkunst er een uit praktische overwegingen. Met grafisch werk, een kleinere, intiemere kunstvorm, was het moeilijker om het gewenste effect te bereiken. De kunstenaar was van mening zich alleen met schilderkunst duidelijk te kunnen uitdrukken.
Aanvankelijk schilderde Jan Sikora vreemde, geheimzinnige beelden zoals vermolmde wortels, verdorde boomkruinen, tot as vergane sintels en soms ruwe stenen. Hij werd gefascineerd door de dramatische uitstraling van dergelijke objecten. Hij zag in de uitsteeksels en holtes de overgang van leven naar dood en wist de tragiek hiervan weer te geven. Hij creëerde contrast met lange schaduwen en diepe perspectieven. Dit kwam voort uit persoonlijke ervaringen waarover hij niet graag sprak. Mettertijd begon hij deze vormen in een kosmische omgeving te plaatsen. Hij stelde zich landschappen voor op vreemde planeten en onontdekte plaatsen in ons universum. Dit was zijn wereld, die alleen hij kon zien.
Stap voor stap begon hij sommige elementen te veranderen, door hun kleuren en vormen naar voren te brengen. Door de achtergrond minder aan te zetten kregen de vormen die inmiddels uit de oorspronkelijke structuren waren ontstaan een prominente plaats op het doek en ontstond pure abstractie. De kunstschilder creëerde composities waarin krachtige gesloten vormen naast delicatere figuren staan. Deze combinaties symboliseren de balans tussen de krachten die het menselijke bestaan vormgeven. Eenmaal in Nederland probeerde Sikora uit zijn comfort zone te treden door andere, vrolijkere kleuren en vormen te gebruiken. Deze fase duurde niet lang, maar de kleuren van deze bijzonder abstracte werken zijn een feest voor het oog.
Later keerde hij terug naar wat hem het meest bezig hield. Om dit in zijn werken tot uiting te brengen gebruikte hij oude mythes en Bijbelse taferelen. Op zijn doeken zul je geen mensen aantreffen. De surrealistische beelden kunnen soms angstaanjagend zijn. Zelf zei hij met zijn schilderen te willen waarschuwen voor het gedachteloos vernietigen van onze wereld. De schilderijen van Jan Sikora zijn echter meer dan verschillende variaties op een sombere toekomstvisie. Soms schuilt er hoop in. Af en toe zelfs onverholen levensvreugde.
Jan Sikora maakte niet alleen schilderijen, maar ook beeldhouwwerken. Zijn werken bevonden zich onder andere in het doveninternaat in Haren en de School voor Dove en Slechthorende Kinderen in Voorburg. Sikora die zelf als kind zijn gehoor verloren was, begreep als geen ander waar anderen behoefte aan hadden. In Utrecht illustreerde hij boekjes over gebarentaal voor kinderen. Hij bleef zich altijd herinneren hoe zijn beperking hem als kind had geïsoleerd en hij pas dankzij zijn kunst sociale contacten had ontwikkeld. Hij was groot voorstander van de waarde van dergelijke contacten. Hij was altijd zoekende en in dialoog met zichzelf. Zijn kunst schiep hij met passie en flair.
Sikora heeft aan vele concoursen meegedaan en er vele gewonnen. Onder andere in 2007 en 2008 ontving hij een prestigieuze prijs van de Leonardo da Vinci Stichting in Italië. Zijn werken zijn tentoongesteld in Zweden, Frankrijk, Spanje en natuurlijk in Nederland. In de pers werd onder meer melding gemaakt van zijn exposities in galerie „Op de muur”, Stadsgalerie Gouda en Museum Katendrecht in Rotterdam. Jan Sikora maakte ook regelmatig zijn opwachting bij de exposities van de Pools-Nederlandse Kulturele Vereniging, onder andere in Deventer. Zijn werk is te zien in het Nicolaus Copernicusmuseum in Frombork, het museum in Kwidzyń, het Nationaal Museum in Gdańsk, de kathedraal in Stargard Szczeciński en de Poolse ambassade in Madrid. Zijn schilderijen bevinden zich ook in privécollecties.
Grażyna Gramza (vertaald door Cela Pankiw)